Nieuws NETWERK VERPLEEGKUNDE
Terug

Rapport onderwijshervorming secundair onderwijs in de vooropleidingen voor zorgkundigen



ZO DENKT BEFEZO

Deze drie representatieve bevragingen, zowel bij zorgleerkrachten als bij zorgkundigen en de overige vertegenwoordigers op het werkveld, tonen aan dat de onderwijshervorming die nu vijf jaar bezig is haar doelstellingen niet haalt. LEES HIER HET VOLLEDIGE RAPPORT. 

De kwaliteit van de basisopleiding zorgkundige laat te wensen over. Na zes jaar BSO is men bij het afstuderen wel heel grondig geschoold in huishoudelijke en logistieke taken maar ontbreekt een gedegen theoretische en praktische basis van zorghandelingen en toevertrouwde verpleegkundige handelingen. Dit moet dan opgenomen worden in een 7de jaar, SE-n-Se. Dit realiseren op één jaar met een instroom ook van leerlingen uit andere richtingen geven leerkrachten aan als een quasi onmogelijke opgave. Ook al omdat heel wat leerkrachten getuigen dat het lespakket ‘zorg’ verminderd werd qua aantal uren. Bovendien neemt de herhaling van het leerpakket logistieke en huishoudelijke taken nog altijd een groot deel van dit 7de jaar in beslag. Tot ergernis en verveling van de zorgkundigen. Ze snakken naar meer theoretische en praktische bagage van toevertrouwde verpleegkundige handelingen, meer communicatieve vaardigheden en betere begeleiding tijdens de stage. Zorgkundigen willen veilige en kwalitatieve zorg kunnen geven na hun opleiding en behalen van hun beroepskwalificatie.
Ook de zorgkundigen die hun beroepskwalificatie krijgen na zes jaar TSO zijn niet competent wegens te weinig uren in de lespakketten zorg. Theoretisch zijn ze geschoold om de stap naar een bacheloropleiding te beginnen maar als zorgkundige niet klaar voor het werkveld.
Wat die stage betreft: er blijken wel voldoende stageplaatsen maar intensieve begeleiding ontbreekt. Dat signaal komt zowel vanuit de onderwijs als vanuit de zorginstellingen die hiervoor nauwelijks zorgpersoneel kunnen vrijmaken wegens handen te kort.

Dit leidt tot de verbijsterende vaststelling dat de zorgkundigen die vandaag afstuderen niet klaar zijn voor het werkveld. Ook de collega-verpleegkundigen verwachten in hun team competente zorgkundigen die hen professioneel kunnen ondersteunen binnen een gestructureerde equipe. Ook de beroepsorganisatie netwerk verpleegkundigen onderschrijft deze schrijnende toestand.

Leerkrachten klagen over de afwezigheid van leerinhouden, vinden weinig terug in ‘klascement’ en de inspanningen en beperkte subsidies van de overheid om gedragen leerpakketten samen te stellen, geraakten soms niet buiten de muren van de instelling die van deze subsidies genoot. 

Niet dat BEFEZO daarom aan de zijlijn bleef staan. Hun vrijwilligers maakten ondertussen evidence based leerinhouden op voor leerkrachten. Dit wordt bijzonder gewaardeerd. Maar het werk vordert heel traag. BEFEZO financiert dit uit eigen middelen en kan jaarlijks maar enkele leerinhouden uitwerken. BEFEZO krijgt immers geen financiering als beroepsorganisatie waar dit bij andere gezondheidzorgberoepen meestal wel het geval is. Bij de onderwijskoepels was er dan weer te horen dat ze te weinig experten hebben binnen hun pedagogische begeleidingsdiensten om evidence based leerinhouden op te maken.

De wankele basisopleiding brengt de veiligheid van de zorg, en zeker de ouderenzorg, in gevaar. Want een grote groep van zorgkundigen is net in de ouderenzorg tewerkgesteld dit zowel in de woonzorgcentra als binnen de ziekenhuizen. De kans op ondervoeding en dehydratatie, doorligwonden, scheurwonden, incontinentieletsels, valincidenten en medicatiefouten neemt toe. Het gebrek aan deskundigheid bij afnemen van parameters en glycemie kan leiden tot fouten en foutieve diagnoses. Het gebrek aan communicatieve vaardigheden veroorzaakt een gebrek aan opvang en begeleiding bij agressie, eenzaamheid, dementie, palliatieve zorg, …

BEFEZO uit dan ook haar bezorgdheid over de kwaliteit van de basisopleiding zorgkundige en vraagt om het aantal lesuren zorg op te krikken, leerpakketten die opgesteld worden volgens recente evidence based richtlijnen ter beschikking te stellen van alle zorgleerkrachten, ruimte te geven aan intense begeleiding tijdens de stageperiode en stagiaires niet autonoom te laten werken om zo het personeelstekort te camoufleren.

Een ander heikel punt is dat het extern en intern navormingsbeleid voor zorgkundigen faalt. Externe bijscholingen en nascholing zijn nagenoeg onbestaande voor zorgkundigen in het werkveld. De reden is overduidelijk. Maar daardoor ontstaat beetje bij beetje een achterstand in zorgkundige knowhow. 

Niet dat de politieke overheden niet op de hoogte zijn. BEFEZO ging meermaals langs bij de kabinetten onderwijs en welzijn. Er waren hoorzittingen in het Vlaams parlement. 
Allen erkenden ze de problemen. Ook onze zorgambassadeur gaf aan dat er dringend diende bijgestuurd te worden.

Doch een taskforce die vanuit het kabinet onderwijs en de zorgambassadeur in het leven werd geroepen, is op sterven na dood en bracht niets op. De onderwerpen van de drie subgroepen binnen deze taskforce klonken nochtans veelbelovend; het ging om een falend onderbouwd curriculum, een falend stagebeleid en een falend navormingsbeleid.

Niet alleen het curriculum, het tekort aan uren zorg, het stagebeleid en het nascholingsbeleid maken de onderwijshervorming tot een wankel vehikel.
Een tweede hoofdreden om de hervorming in te voeren was de instroom en doorstroom van zorgkundigen te vergroten en te verbreden om de zorgopdracht binnen de instellingen, woonzorgcentra en ziekenhuizen en thuisverplegingsdiensten draaglijk te houden.
Zowel leerkrachten als zorgkundigen melden in deze bevraging dat ze twijfels hebben of leerlingen na 6 jaar BSO de stap naar het 7de jaar zullen zetten. Eenmaal een diploma secundair onderwijs in handen kunnen ze aan de slag. Een lagere instroom binnen het 7e jaar heeft ook een grote impact op de instroom van leerlingen binnen de HBO5 opleiding basisverpleegkundige. Leerlingen uit het TSO kijken misschien wat verder of zoeken buiten het zorgwerkveld hun heil; een werkveld dat ze te weinig konden inschatten vooraf. Heel wat zorgkundigen haken voortijdig af in de ouderenzorg. Het gebrek aan teamwork, de mentale en fysieke overbelasting en zware tijdsdruk zorgen voor stress bij de zorgkundigen en spiegelt zich ook af op de kwaliteit van de zorgverlening.

BEFEZO is van mening dat, wil de zorg veilig en kwalitatief blijven en het zorgberoep an sich aantrekkelijk wordt, moet geïnvesteerd worden in een wetenschappelijk en praktisch goed onderbouwd leertrapsysteem. Het is niet meer of minder een urgente maatschappelijke factor dat men de zorgkundige erkend als volwaardige verpleegkundige functie zoals ze ook federaal in de wetgeving is ingebed. Ze zijn een onmisbare schakel bij de ondersteuning van verpleegkundigen. Zorgkundigen zullen in de toekomst nog meer ingezet worden ook binnen de ziekenhuizen en de thuisverplegingsdiensten in de gestructureerde equipes. Daar moet niet morgen maar vandaag werk van gemaakt worden. 

Pas als afgestudeerde zorgkundigen het gevoel krijgen klaar te zijn voor de job, getraind in een diversiteit van vaardigheden en contexten, ze kansen krijgen tot bijscholing, zal de doorstroom vanzelf gevoed worden. 
Dit zal dan ook een positieve impact hebben op de instroom van verpleegkundigen. Nu is de onvrede bij leerkrachten, zorgkundigen en het werkveld groot. Evenzo bij BEFEZO en NETWERK VERPLEEGKUNDE.

Dit gaat niet over leerkrachten en zorgkundigen alleen. Niet competent zorg verlenen, is een gevaar of risico voor iedere patiënt, iedere kwetsbare bewoner en mens en voor allen die in hun familie- of vriendenkring met zorg te maken krijgen. Dit is van fundamenteel menselijk belang, zonder uitsluiting van wie dan ook. Waarachtig beleid gaat niet over structuren of systemen maar richt zich op een kwalitatieve verbetering van levenskansen. Ook de zorg voor ouderen moet van topkwaliteit zijn!

Inzetten op kwalitatieve opleidingen is op middellange termijn enorm besparend. Als zorgkundigen veel meer kunnen inzetten op preventie zullen, worden veel pijnlijke en ingrijpende complicaties vermeden. Er zullen veel minder fouten gebeuren die nu te veel de media halen en zo een negatief imago doen ontstaan van een gedreven en maatschappelijk zinvolle en broodnodige sector. Het zal vooral ook de kwaliteit van leven verbeteren waarbij gewenste gezondheidsresultaten vergroot worden.

Aan tafel!

Paul Cappelier
Voorzitter Belgische federatie voor zorgkundigen
GSM: 0473/46 05 87