Nieuws NETWERK VERPLEEGKUNDE
Terug

NVKVV adviseert

De werkgroep verpleegkundigen Palliatieve Zorg NVKVV schreef mee aan de eerste Vlaamse richtlijn euthanasie


Eerste Vlaamse richtlijn euthanasie
Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen

NVKVV gaf advies:

De werkgroep verpleegkundigen palliatieve zorg NVKVV schreef mee aan de eerste Vlaamse richtlijn euthanasie die op maandag 8 oktober 2018 werd gepubliceerd door de vzw Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen.

Tot nu toe is het onduidelijk welke voorbereidende handelingen de verpleegkundige mag stellen, zoals het plaatsen van een infuus. Handelingen zoals het ophalen van de medicatie, alsook het voorbereiden ervan en het uitvoeren van de euthanasie (= het toedienen van de lethale producten) zijn handelingen die op zich blijven toebehoren aan de arts. Daarom roept het NVKVV als beroepsorganisatie nog steeds op tot voorzichtigheid, want zolang de richtlijn niet omgezet is in nieuwe wetgeving, blijft het juridisch statuut van de verpleegkundige inzake euthanasie onveranderd.

Veerle Coupez, voorzitter van de werkgroep verpleegkundigen palliatieve zorg NVKVV, nam deel aan de auteursgroep van de richtlijn en legde accenten wat de rol van de verpleegkundige betreft, zowel met betrekking tot de goede klinische praktijk als met meer rechtszekerheid voor de verpleegkundige: “Ik ben vooral blij met het duidelijke advies van de expertgroep i.v.m. de rol van de verpleegkundige bij de uitvoering van euthanasie en de aansprakelijkheid van de verpleegkundige”, zegt Veerle Coupez. “De richtlijn voorziet meer duidelijkheid omtrent de voorbereidende handelingen die verpleegkundigen mogen - niet moeten! - stellen."

Dit is het advies uit de richtlijn van de expertgroep Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen:

WELKE ROL KAN EEN VERPLEEGKUNDIGE OPNEMEN BIJ DE UITVOERING VAN EEN EUTHANASIE?

MAG EEN VERPLEEGKUNDIGE VOORBEREIDENDE HANDELINGEN STELLEN?

TOT WAAR REIKT DE AANSPRAKELIJKHEID VAN EEN VERPLEEGKUNDIGE IN HET KADER VAN DE ZORGVULDIGHEIDSCRITERIA ZOALS VOORZIEN IN DE WET VAN 2002?

Vooreerst is het belangrijk te benadrukken dat euthanasie niet tot het normale medische handelen behoort en dat elke zorgverlener en ook een verpleegkundige te allen tijde over de individuele gewetensvrijheid beschikt om al dan niet deel te nemen aan het gedeeltelijke of gehele euthanasietraject en/of zich desgevallend in de loop van een begeleiding uit een bepaald traject terug te trekken.

Verder heeft de verpleegkundige vaak een erg belangrijke rol, zowel bij het detecteren als het uitklaren van een euthanasievraag, bij de uitvoering en bij de nazorg voor zowel de familie als voor de andere leden van het team. Het is dan ook belangrijk dat de arts die om euthanasie wordt verzocht, alle nodige informatie aan de betrokken en participerende verpleegkundige(n) bezorgt en vooraf voldoende met hen communiceert en overlegt zodat wie als verpleegkundige betrokken is, kan oordelen of hij aan het euthanasietraject wil en kan deelnemen.

Vooral in zorgsettings met wisselende verpleegkundige ploegen, zoals in ziekenhuisdiensten, vraagt deze correcte en voorafgaande communicatie extra aandacht, zodat elke verpleegkundige die bij de euthanasie is betrokken persoonlijk in de communicatie wordt meegenomen. Het behoort niet tot de opdracht van de verpleegkundige om zich er zelf van te vergewissen dat aan alle voorwaarden en procedures (zoals voorzien in de wet op euthanasie) werd voldaan, maar het is belangrijk dat een verpleegkundige die gevraagd wordt om mee te werken aan een euthanasie, voldoende wordt geïnformeerd om te kunnen oordelen over de correctheid van de gevolgde procedure. Als een verpleegkundige om welke reden dan ook van oordeel is dat de aan gang zijnde procedure niet correct verloopt, of dat de wettelijke voorwaarden niet zijn vervuld, dan kan deze beslissen geen (verdere) medewerking te verlenen.

De ‘euthanasie uitvoering’ of ‘uitvoerende handelingen met betrekking tot euthanasie’ wordt strikt begrepen als het injecteren van de lethale middelen die tot het overlijden van de patiënt leiden. Dit behoort tot de opdracht van de arts en kan onder geen beding aan een verpleegkundige worden gedelegeerd.

‘Euthanasievoorbereiding’ wordt gedefinieerd als elke handeling die aan de uitvoerende handeling (zoals hierboven beschreven) voorafgaat. Deze kan en mag wel door een verpleegkundige worden uitgevoerd. Voorbereidende handelingen zijn bv. het plaatsen van een infuus of het voorbereiden van medicatie. Tenslotte heeft de verpleegkundige vaak een belangrijke taak in de nazorg voor het team en voor de naasten. Gezien de mogelijke impact van de euthanasie moet er ook voldoende aandacht zijn voor zelfzorg.

De richtlijn kunt u hier integraal nalezen.

© foto: Katrijn Van Giel