Wil je meer lezen?

Om dit artikel te lezen heeft u niet voldoende rechten.
Log in met uw account of word lid van NVKVV.

Beroepsuitoefening

COVID-19 

 

KB nr 78 / Wet 10 mei 2015

 

Lijst Verpleegtechnische handelingen

KB 18 juni 1990 houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door de arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van de uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen.

 

Verpleegkundig attest voor mantelzorgers

Een chronische wonde verzorgen, een insuline-injectie geven: dat zijn verpleegkundige handelingen die een mantelzorger wel vaker uitvoert bij ‘zijn’ patiënt. Maar tot de Gezondheidswet van mei 2014 behoorde dat tot het illegaal uitvoeren van de verpleegkunde. Nu voorziet die wet dat je als verpleegkundige een attest kan uitschrijven dat een mantelzorger toelaat specifieke verpleegkundige handelingen uit te voeren bij een bepaalde patiënt en gedurende een bepaalde periode. Al die gegevens moeten op het attest vermeld staan. Het gebruik van het attest geeft een patiënt meer comfort en meer zorg op maat. Het versterkt zijn netwerk en verduidelijkt verantwoordelijkheden.

Meer uitleg lees je in de brochure die het NVKVV uitwerkte met informatie en praktische tips. In de brochure zit ook een kant-en-klaar attest in drievoud. 

  • De brochure vind je hier.
  • Het attest digitaal. Deze pdf is een attest in drievoud: een exemplaar voor de verpleegkundige, een exemplaar voor de mantelzorger en een exemplaar voor de patiënt. De verpleegkundige vult dit in samen met de mantelzorger en patiënt. Alle partijen zetten hun handtekening, ontvangen het attest, de wettekst en de te volgen procedure bij de uit te voeringen handeling.
  • Een voorbeeld van een ingevuld attest vind je hier. 
  • Vraag een exemplaar van de brochure met attest aan via mail naar administratie@nvkvv.be 
  • FAQ mantelzorg

 

Diploma verpleegkunde

Visumverplichting : Sinds 1 juli 2014 kennen de Vlaamse Gemeenschap, de federatie Wallonië-Brussel, en de Duitstalige Gemeenschap de erkenningen aan de gezondheidsbeoefenaars toe. Tijdens een overgangsperiode beheert de FOD nog de dossiers over die bevoegdheden. De FOD blijft wel de visa afleveren, die noodzakelijk zijn om je beroep te mogen uitoefenen.

Vanaf 1 juli 2015 moet je als pas afgestudeerde het visum voor het beroep van verpleegkundige en vroedvrouw onlineaanvragen. Je hoeft je vanaf dan dus niet meer aan te dienen bij de provinciale geneeskundige commissie

De nieuwe procedure verloopt via een elektronisch formulier op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Dat formulier vind je (vanaf 1 juli) hier voor verpleegkundigen, en hier voor vroedvrouwen.

Vanaf 1 juli zul je op die links kunnen inloggen met je elektronische identiteitskaart of burgertoken om de aanvraag in te vullen. Verder zul je een scan van je diploma of attest van afstuderen moeten meesturen om je aanvraag te staven. Naverwerking van je gegevens wordt het visum verstuurd naar je thuisadres.

Ook verpleegkundigen en vroedvrouwen die nog een voorlopig visum hebben of die nog helemaal geen visum hebben (dat blijkt voor sommige collega’s het geval te zijn, nochtans is het hebben van een visum wettelijk verplicht om je beroep te mogen uitoefenen!) zullen hun definitief visum online kunnen aanvragen van zodra zij hun diploma hebben ontvangen.


Juridische aspecten van beroepsuitoefening

  • Aansprakelijkheid

 Wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg

  • Beroepsgeheim : Artikel 458 van het Strafwetboek (geconsolideerde wetgeving):

Art. 458.

Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd frank tot vijfhonderd frank. <W 1996-06-30/34, art. 10, 017; Inwerkingtreding : 26-07-1996>

Art. 458bis. <Ingevoegd bij W 2000-11-28/35, art. 33, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001>

Eenieder, die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van geheimen en die hierdoor kennis heeft van een misdrijf zoals omschreven in de artikelen 372 tot 377, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425 en 426, gepleegd op een minderjarige kan, onverminderd de verplichtingen hem opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf ter kennis brengen van de procureur des Konings, op voorwaarde dat hij het slachtoffer heeft onderzocht of door het slachtoffer in vertrouwen werd genomen, er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de psychische of fysieke integriteit van de betrokkene en hij deze integriteit zelf of met hulp van anderen niet kan beschermen.

  • Schuldig verzuim

Artikelen 422bis, 425 en 426 Strafwetboek

  • Art. 422bis. <W 06-01-1961, art. 1> Met gevangenisstraf van acht dagen tot (een jaar) en met geldboete van vijftig frank tot vijfhonderd frank of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die verzuimt hulp te verlenen of te verschaffen aan iemand die in groot gevaar verkeert, hetzij hij zelf diens toestand heeft vastgesteld, hetzij die toestand hem is beschreven door degenen die zijn hulp inroepen. <W 1995-04-13/33, art. 4, 1°, 015; Inwerkingtreding : 05-05-1995>

Voor het misdrijf is vereist dat de verzuimer kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen. Heeft de verzuimer niet persoonlijk het gevaar vastgesteld waarin de hulpbehoevende verkeerde, dan kan hij niet worden gestraft, indien hij op grond van de omstandigheden waarin hij werd verzocht te helpen, kon geloven dat het verzoek niet ernstig was of dat er gevaar aan verbonden was.

(De straf bedoeld in het eerste lid wordt op twee jaar gebracht indien de persoon die in groot gevaar verkeert, minderjarig is.) <W 1995-04-13/33, art. 4, 2°, 011; Inwerkingtreding : 05-05-1995>

  • Art. 425. <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> § 1. Zij die een minderjarige of een persoon die uit hoofde van zijn lichaams- of geestestoestand niet in staat is om in zijn onderhoud te voorzien, opzettelijk voedsel of verzorging onthouden, in dusdanige mate dat zijn gezondheid in het gedrang wordt gebracht, worden gestraft met gevangenisstraf van een maand tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot driehonderd frank of met een van die straffen alleen.

 

  § 2. Indien het onthouden van voedsel of verzorging een ongeneeslijk lijkende ziekte, het volledige verlies van het gebruik van een orgaan of ernstige verminking ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.

  § 3. Indien het opzettelijk onthouden van voedsel of verzorging, zonder het oogmerk om te doden, toch de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar.

  • Art. 426. <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> § 1. Met gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en met geldboete van vijftig frank tot vijfhonderd frank of met een van die straffen alleen, onverminderd, indien daartoe grond bestaat, de toepassing van strengere strafbepalingen, worden gestraft zij die de bewaring hebben van een minderjarige of van een persoon die uit hoofde van zijn lichaams- of geestestoestand niet in staat is om in zijn onderhoud te voorzien, het onderhoud van het kind of van de persoon in dusdanige mate nagelaten hebben dat zijn gezondheid in het gedrang wordt gebracht.

  § 2. Indien de nalatigheid de dood veroorzaakt van de minderjarige of van de persoon die uit hoofde van zijn lichaams- of geestestoestand niet in staat is in zijn onderhoud te voorzien, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met geldboete van vijftig frank tot duizend frank.


Werken in het buitenland

 

Verpleegkundig dossier 

 

GGZ

  • 4 april 2014 Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen
  • 10 JULI 2016. - Wet tot wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 anderzijds