Nieuws NETWERK VERPLEEGKUNDE
Terug

Pilootstudie brengt zorginfecties in de thuiszorg in kaart

Vanuit de NVKVV werkgroep Infectiebeheersing in de thuiszorg werd een pilootstudie uitgevoerd om de zorgzwaarte en levensstandaard van patiënten in de thuiszorg en het voorkomen van zorginfecties in de thuissetting in kaart te brengen. De verschuiving van intramurale zorg naar thuiszorg verandert de gemiddelde thuiszorgpatiënt naar een patiënt met meer complexe zorgen waarbij invasieve technieken toegepast worden. Hierdoor bestaat er een hoger risico op zorggerelateerde infecties. Voor deze studie vulden zo’n 200 verpleegkundigen 711 vragenlijsten in. Het is de eerste keer dat deze gegevens in Vlaanderen verzameld worden.
De pilootstudie geeft inzicht in de condities waarin zorg verleend wordt: 10% van de patiënten heeft geen badkamer waarin zorg verleend kan worden, een kwart van de patiënten heeft een huisdier (wat een uitdaging kan zijn om hygiënische zorg correct te verlenen), 9% van de patiënten weigert de zorgen. Wat betreft de zorgzwaarte gaven verpleegkundigen bij 18% van de patiënten aan dat deze gedesoriënteerd waren in tijd of ruimte. Bij de helft van de patiënten was er comorbiditeit aanwezig. De meest voorkomende zorgen zijn hygiënische zorg (69%) en wondzorg (44%). In 5% van de gevallen waren verpleegkundigen betrokken bij urinaire katheterzorg en in 4%  van de gevallen bij intraveneuze katheterzorg. 
Bij 6% van de patiënten was er een positieve MDRO-screening in de maand voorafgaand aan het onderzoek. In de helft van de gevallen betrof dit een positief staal voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA).
Bij 4 % van de patiënten stelde een arts een urineweginfectie vast. De meerderheid van deze patiënten ontving een antibiotische behandeling (79%). Drieëntwintig patiënten ontvingen een plaatselijke therapie zoals blaasspoeling, terwijl slechts 9 hiervan gediagnosticeerd waren met een urineweginfectie. Bij 9% van de patiënten rapporteerden verpleegkundigen dat een arts een huid of zachte weefsel infectie vaststelde. De meest prevalente huidinfecties waren geïnfecteerde chronische ulcera, postoperatieve wonden en geïnfecteerde diabetische voeten. Bij 50 patiënten werd een staal voor bacteriële cultuur genomen. Bij 127 patiënten werden lokale of systemische symptomen van een huid of zachte weefsel infectie geobserveerd.
Na deze eerste pilootstudie zal er verder en gedetailleerder onderzoek plaatsvinden.