600 miljoen euro extra voor het zorgpersoneel

De federale overheid trekt 600 miljoen extra uit voor het zorgpersoneel. In de komende twee jaar zal 500 miljoen euro geïnvesteerd worden in loonsverhoging, wat voor het zorgpersoneel een loonsopslag van gemiddeld 6 procent zal betekenen. Er gaat ook 100 miljoen euro naar betere arbeidsomstandigheden, zoals stabielere uurroosters en een vakantieregeling waarbij zorgpersoneel drie weken na elkaar vakantie kan nemen.

Dit extra budget is er voor de 125 000 zorgverleners die in de federale zorgsectoren werken (algemene en psychiatrische ziekenhuizen en de thuisverpleging). Tegelijk met de loonsopslag, zal de komende twee jaar het IFIC-baremasysteem uitgerold worden. IFIC is een functieclassificatiesysteem met meer aandacht voor functies en competenties dan diploma’s. Het zorgt onder andere voor een loonstijging voor beginnende zorgverleners, wat de attractiviteit van de zorgberoepen ten goede komt.  Alle huidige medewerkers hebben de vrije keuze om al dan niet in te stappen in het nieuwe baremasysteem. Lees hier het officiële persbericht van de bevoegde ministers. 

Voor het zorgpersoneel in de Vlaamse sectoren, zoals de woonzorgcentra, starten de sociale onderhandelingen op woensdag 8 juli. Vandaag in Het Laatste Nieuws gaf Ellen De Wandeler, algemeen coördinator NVKVV een interview. We citeren: Woonzorgcentra, centra voor gehandicaptenzorg, centra voor geestelijke gezondheidszorg en andere instellingen die onder de Vlaamse vlag vallen, krijgen niets. Voorlopig, toch. Vandaag starten hierover de sociale onderhandelingen. “Deze federale beslissing legt een gigantische druk op Vlaanderen”, vindt De Wandeler. “Als ­Vlaanderen niet volgt, ontstaat er een enorme kloof tussen de lonen in de zorg. Dat zou zeer nefast zijn voor bijvoorbeeld woonzorgcentra, die dan nog minder aantrekkelijk ­zouden worden in vergelijking met ziekenhuizen.”

Verder uit het interview van Het Laatste Nieuws citeren we: Als beroepsorganisatie zijn we zeer blij met de inspanning van de regering. “Tegelijkertijd vragen we ook om de gezondheidszorg betaalbaar te houden voor de toekomstige ­generaties”, zegt algemeen coördinator Ellen De Wandeler. “Het is niet omdat er nu extra geld is dat het ­bestaande budget niet nog efficiënter kan worden ingezet. Uit tal van rapporten blijkt nog steeds dat de middelen niet altijd juist worden besteed. 80 procent van de bestaande verpleegkundigen voert nu ook niet-verpleegkundige taken uit, ­zoals maaltijden uitdelen en medicatiekarren aanvullen. Als we deze efficiëntie-oefening blijven maken, zal het verpleegkundig beroep nog aantrekkelijker worden.”

Laat ons de interne en externe beroepen niet vergeten die door vele verpleegkundigen alsook andere zorgverleners werden ingediend uit ongenoegen over hun inschaling in IFIC. Ook daar is nog heel wat werk aan de winkel willen we een volwaardige verloning, naar waarde en competenties, verwezenlijken. Verpleegkundigen vragen een herwaardering van functieprofielen en een inschaling louter op basis van de functie die niet meer verbonden is aan de tewerkstelling op een bepaalde dienst. Raadpleeg hier het rapport IFIC met voorstellen die over de 3 landstalen heen wordt gedeeld.