Impressies na een infoavond voor hoofdvroedvrouwen
Omdat we merkten dat er behoefte aan was, organiseerde onze Unie van Vlaamse vroedvrouwen in februari twee keer een infoavond over MVGII voor hoofdvroedvrouwen. Bernard Beke, stafmedewerker in het H.H.Ziekenhuis in Lier en nauw betrokken bij de ontwikkeling van MVGII, en Eddy Terryn, auditeur bij de FOD (Federale Overheidsdienst) Volksgezondheid, deelden hun kennis en ervaring met de deelnemers.

In eerste instantie gingen ze na of MVG2 wel een getrouwe spiegel is van de verpleegkunde of de vroedkunde. Interessant om weten was dat ongeveer 7% van de supplementaire punten deel B2 van het budget financiële middelen dat de ziekenhuizen krijgen, bepaald wordt door de MVG. Dat is niet veel – al is het gelukkig toch al wat meer dan vroeger -, maar voor de materniteiten speelde dat vroeger niet eens een rol en is het nog maar de vraag of dat in de toekomst wel zo zal zijn! Wat iedereen zich alleszins ook al dient te realiseren, is dat we onvermijdelijk, en misschien zelfs sneller dan verwacht, evolueren naar elektronische dossiers.

De hoofdvroedvrouwen konden zelf nagaan hoe groot hun kennis terzake is d.m.v. een test. Dit bracht ons vanzelf bij de voor de vroedkunde relevante items vanuit de codeerhandleiding. We kregen daar ook een aantal praktische tips over mee. Bijvoorbeeld om de itemkaart, die je eveneens kan vinden op de website van de FOD, te vergroten, uit te printen en te plastificeren en zo te gebruiken als een werkinstrument op de afdeling. Of om telkens eerst te selecteren welk van de 91 items voor de eigen afdeling relevant zijn en enkel die op te nemen in ons verloskundig dossier. Je drukt ook best al zo veel mogelijk standaard antwoorden voor in je dossier, zodat je enkel maar hoeft aan te vinken of in fluo te zetten wat er bij elk individuele zorg van toepassing is.

Het is aangewezen om de nodige aandacht te schenken aan een afzonderlijk dossier voor de moeder, de baby, verpleegdossiermaterniteit-observatie moeder, dossier voor het verloskwartier en een dossier voor neonatologie. Het komt er dan op neer om op de juiste plaats in uw dossier de juiste controlevereisten te vermelden (bv. alle gegevens voor toedienen van parenterale medicatie in het medicatieschema voor het dossier, verlenen van informatie aan moeder/vader in het observatieverslag, enz.). Op die manier gaat de hoofdaandacht naar het goed bijhouden van een verpleegkundig/verloskundig dossier hetgeen toch vereist wordt vanuit de wet op de verpleegkunde en het laatste K.B. van 28 december 2006 over het verpleegkundig dossier. Correct registreren voor MVG is een afgeleide van zorgvuldig noteren van geplande en uitgevoerde zorgen.

De mededeling dat er ziekenhuizen zijn waar vroedvrouwen (impliciet) verboden wordt Item W300 (Bevalling uitgevoerd door een vroedkundige) te scoren, zorgde voor de nodige beroering. Dit mogen wij als beroepsvereniging van vroedvrouwen zeker niet zonder gevolg laten!

De gemaakte oefeningen (de tweede keer maakten we zelfs tijd om een heuse quiz te doen) en de onderlinge ervaringsuitwisseling bij het gebruik van het verloskundig dossier leerden ons dat er nog heel wat vragen op een oplossing wachten. Zo is nog niet altijd duidelijk waar iets gescoord moet worden, bij de baby of bij de moeder. Men belooft een nieuwe handleiding (1.4), met een nog grotere duidelijkheid, tegen juni 2007. Om wegwijs te raken in de codeerhandleiding kan je beroep doen op een (PDF) presentatie die beschikbaar is op de website van de FOD (registratiesystemen, MZG, richtlijnen).

De FOD bereidt een overzicht met FAQ voor, die eveneens te raadplegen zal zijn op hun website, en belooft om zo snel als mogelijk te antwoorden op alle bijkomende vragen, te richten aan info.RHMZG@health.fgov.be.