Nieuws NETWERK VERPLEEGKUNDE
Terug

Wil je meer lezen?

Om dit artikel te lezen heeft u niet voldoende rechten.
Log in met uw account of word lid van NVKVV.

Garanties voor kwaliteit van zorg

Kijken naar de toekomst

Twaalf mei, de dag van de verpleegkundigen is een dag om terug te kijken én een dag om de toekomst te peilen. Terugkijken naar het verleden om te begrijpen en vooruitkijken om klaar te staan voor de uitdagingen in de verpleegkunde en in de gezondheidszorg. 

Ellen De Wandeler, algemeen coördinator van het NVKVV vertelt over het werk van de beroepsorganisatie: ‘Het was een druk jaar voor het NVKVV. Verpleegkundigen denken vaak over het beleid: “Dat is iets voor politiekers”. Maar niets in minder waar. Wat het beleid bepaalt, gaat verpleegkundigen rechtstreeks aan. Daar een stem in hebben, doen we voor hen, voor elke verpleegkundige op de werkvloer.’  


Hebben verpleegkundigen een stem bij beleidsbeslissingen? 

Zeker. Het NVKVV vertegenwoordigt verpleegkundigen al decennialang bij de federale overheid. De zesde staatshervorming heeft wel verschillende bevoegdheden binnen de gezondheidszorg van het federale niveau naar de gemeenschappen overgeheveld. En het laatste anderhalf jaar zijn hiervoor in de gemeenschappen de noodzakelijke adviserende raden en commissies gevormd en geïnstalleerd. 
Het NVKVV heeft nu ook een effectief lid in elke nieuwe raad in Vlaanderen: in het Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg of VASGAZ, het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg of VIKZ en het Raadgevend comité Zorg en Gezondheid. 

Federaal blijft het NVKVV zoals voorheen verpleegkundigen met krachtige stem vertegenwoordigen in de Federale Raad voor Verpleegkunde, de Technische Commissie Verpleegkunde, de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, het RIZIV en nog heel wat andere raden. 

Binnen het NVKVV stemmen we voortdurend af met de leden van de werkgroepen en van de regionale netwerken en met de gemandateerden om tot een gedragen visie te komen. Een beleidsvisie maken we niet alleen, maar samen met alle sectoren waar verpleegkundigen werken. 


En hebben verpleegkundigen een stem in de nieuwe samenwerkingsverbanden van de ziekenhuizen en van de eerstelijnsgezondheidszorg?

Nog te weinig. Zowel op federaal als op Vlaams niveau zie je vandaag eenzelfde beweging: het beleid vraagt dat instellingen en zorgverstrekkers onderling nauwer samenwerken. Zij bouwen aan ziekenhuisnetwerken op federaal niveau en aan eerstelijnsnetwerken op Vlaams niveau. Door die nieuwe samenwerkingsverbanden zal de focus in de gezondheidszorg meer dan vroeger liggen op interprofessioneel werken en op mobiliteit van zorgverleners. 

We zijn als NVKVV erg bezorgd dat verpleegkundigen en paramedici vandaag op het federale niveau geen structurele inspraak hebben bij de hervorming van de ziekenhuisnetwerken. De uitrol van die netwerken raakt aan het basisfunctioneren van verpleegkundigen. Daarom blijven we de overheid erop aanspreken dat verpleegkundigen hun rol moeten kunnen opnemen in die besprekingen. 

Op Vlaams niveau zijn we als verpleegkundigen bij de opstart van de eerstelijnszones wel aan zet. Vandaag zijn er een zestigtal netwerken erkend door minister Vandeurzen. Het NVKVV heeft voor elk netwerk een engagementsverklaring ondertekend. De regionale netwerken van het NVKVV kunnen zo verpleegkundigen vertegenwoordigen in het gestructureerd lokaal overleg.


Je sprak daarnet over mobiliteit van zorgverleners. Wat betekent dat voor verpleegkundigen? 

Mobiliteit, gelijkwaardig voor alle verpleegkundigen, is een doelstelling waar het NVKVV zich openlijk over durft uit te spreken en waarvan het NVKVV overtuigd is dat het bijdraagt tot de verhoging van de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep. Die gelijkwaardige mobiliteit vind je op verschillende niveaus: op Europees niveau met als streefdoel dat verpleegkundigen Euromobiel zijn en in alle lidstaten tewerkgesteld kunnen worden, maar ook dat ze in België over de taalgrenzen heen moeten kunnen werken. Hiervoor werd de opleiding bachelor verpleegkunde in 2015 opgetrokken naar 4 jaar, contractstage incluis. Aan de precieze invulling van die stage wordt op dit moment ijverig gewerkt. 

Een andere vorm van mobiliteit is dat verpleegkundigen, meer dan vroeger, mobiel moeten zijn binnen een zorginstelling of netwerk en dat over alle sectoren heen. Hiertoe hebben de bevoegde ministers in 2015 beslist om het toekennen van bijzondere beroepstitels (BBT) en bijzondere beroepsbekwaamheden (BBK) stop te zetten en te kiezen voor een toekomstig model waar verloning gebaseerd is op verworven competenties en verantwoordelijkheden. De opleidingen tot de specialisaties zoals we die vandaag kennen, worden in die zin hervormd.  

Dat brengt de gelijkwaardige mobiliteit van alle verpleegkundigen onder de aandacht: we zijn allemaal verpleegkundigen maar toch kunnen we niet allemaal vrij kiezen op welke diensten we willen werken en blijft er een onderscheid tussen HBO-verpleegkundigen en bachelor- verpleegkundigen in het toekomstig verloningsmodel van IFIC bestaan. In het NVKVV maken we geen onderscheid en geen optelsom tussen HBO- en bachelorverpleegkundigen. Verpleegkundigen zijn verpleegkundigen en moeten in de toekomst op gelijke voet behandeld worden. Naar de toekomst toe kiest NVKVV resoluut voor 1 titel en 1 opleiding verpleegkunde en ondersteunen we hiermee het advies van de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) en van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB). 


Verpleegkundigen werken ook nauw samen met zorgkundigen maar die hun takenpakket lijkt te beperkt? 
De Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) heeft eind 2017 met de steun van de AUVB een denkoefening gemaakt om uit de impasse te geraken over de invulling van de taken van de zorgkundige en heeft een advies ‘zorgassistent’ uitgeschreven. De zorgkundige neemt vandaag een belangrijke plaats in binnen de zorg en verdient daarvoor een volwaardig juridisch kader. Het voorstel van de FRV over de zorgassistent op niveau 5 kan een goede oplossing zijn wanneer de bevoegde ministers er niet in zouden slagen om tot een compromis met het werkveld, de werkgevers en de vakbonden te komen. We zouden daarom iedereen willen vragen om, los van de benaming ‘zorgassistent’ het profiel grondig door te nemen. (Zie kader)  


Waar ligt de toekomst van de gespecialiseerde verpleegkundige? En van de verpleegkundig specialist? 

Het advies functiedifferentiatie verpleegkunde dat de Federale Raad voor Verpleegkunde in 2017 goedkeurde, benoemt de verpleegkundige, de gespecialiseerde verpleegkundige, de verpleegkundig consulent, de verpleegkundig specialist en de klinisch verpleegkundig onderzoeker. Om dat advies een kans op slagen te geven, moeten verpleegkundigen meer dan ooit met één stem spreken en de groep als een geheel vertegenwoordigen, naast de pleidooien voor elke specifieke specialisatie of functie. 

De gespecialiseerde verpleegkundige en de verpleegkundig specialist zijn in alle sectoren belangrijk voor de verdere professionalisering van het verpleegkundig beroep. Die functies zijn gegroeid vanuit een maatschappelijke noodzaak en vanuit specifieke zorgvragen. We willen ons als beroepsorganisatie inzetten om deze functies, die complementair zijn aan artsen en aan andere zorgverleners, beter te laten erkennen. Aandachtspunt is dat elke verpleegkundige en zorgverlener, hoe gespecialiseerd ook of in welke functie ook, bij ieder patiëntencontact zijn brede blik op de patiënt en op de zorgvraag behoudt en indien nodig doorverwijst naar een andere – gespecialiseerde – zorgverstrekker. 

Permanente vorming is een woord dat steeds meer opgang vindt, ook voor verpleegkundigen. Hoe kijkt het NVKVV daar naar? 

Permanente vorming wordt in de toekomst voor alle zorgverleners een recht en een plicht. Bevoegd ben je met een erkend diploma en een visum. Bekwaam-zijn moet je aantonen in een persoonlijke portfolio waarin je je diploma’s en permanente vorming registreert. Dat stelt het wetsontwerp van de ‘wet over de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg’ waar het NVKVV begin januari 2018 advies over heeft gegeven en dat ertoe moet leiden dat elke zorgverlener mits zelfreflectie handelt. De FRV werkt momenteel het advies ‘Permanente vorming’ verder uit.

Wat wil dit concreet zeggen?

Een voorbeeld: Als je als verpleegkundige gevraagd wordt om een complexe wonde te verzorgen, dan mag je die uitvoeren want je hebt een diploma verpleegkunde. Maar voor jezelf moet je de reflex maken of je daar de nodige bekwaamheden en kennis toe bezit. Anders moet je doorverwijzen naar een collega die wel over de nodige competenties beschikt of je eerst bijscholen voor je die taak opneemt. Dat is een juiste reflex. 

En welke invloed heeft dat wetsontwerp op de aansprakelijkheid van verpleegkundigen? 

Een niet te onderschatten impact! Het NVKVV stelt zich de vraag of alle gezondheidszorgberoepen die verpleegkundige handelingen mogen stellen hier klaar voor zijn? Als het ontwerp ‘kwaliteitsvolle praktijkvoering’ wordt goedgekeurd als een onderdeel van de herziening van het KB nr. 78 neemt de verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid van verpleegkundigen en van zorgkundigen aanzienlijk toe.

Dat betekent onverbloemd dat het voortaan voor de patiënt en voor de andere zorgverstrekkers duidelijk zal moeten zijn wat je van een verpleegkundige en van andere zorgverleners kan en mag verwachten. Die duidelijke differentiatie moet voortaan zichtbaar zijn, ook in de opleiding, om interprofessioneel samenwerken in de praktijk te kunnen waarmaken, de beoefenaars van verpleegkundige handelingen juridisch te beschermen en de patiëntveiligheid in alle omstandigheden te kunnen waarborgen. 

Wanneer een verpleegkundige niet voldoet aan de vereiste van permanente vorming, dan kan die geen deskundigheid meer garanderen zodat een intrekking van het visum er het gevolg van kan zijn. Zonder visum mag een verpleegkundige de verpleegkunde niet meer uitoefenen. Daarnaast zal de rechter in een procedure voor een rechtbank het portfolio nakijken om na te gaan of de verpleegkundige nog voldoende bekwaam was om als “goede verpleegkundige” te kunnen handelen. Bij ontstentenis zal dat tot een aansprakelijkheid aanleiding kunnen geven’.


Een kwaliteitsvolle verpleegkundige zorg vraagt ook goede richtlijnen. Waar ligt die basis? 

Verpleegkundigen wetenschappelijke richtlijnen laten ontdekken, uitwerken en toepassen is een belangrijk actiepunt voor het NVKVV. We willen hierin niet afhankelijk zijn van andere zorgberoepen die voor ons bepalen wat een richtlijn juist inhoudt. 

Het evalueren van wetenschappelijke richtlijnen wordt sinds een tiental jaren gedoceerd in de opleiding verpleegkunde en staat in de dagelijkse praktijk nog in zijn kinderschoenen. We helpen leden van het NVKVV hier door hen gratis toegang tot CDLH, digitale bibliotheek voor wetenschappelijk onderzoek, te geven. We willen als beroepsorganisatie nog een stap verdergaan en hebben ons ook kandidaat gesteld om toe te treden tot  de algemene vergadering van EBPnet om op die manier richtlijnen, afgestemd op de noden van het werkveld, uit te helpen werken en ze zo breed mogelijk ingang te doen vinden in de praktijk. Die ambitie realiseren is enkel mogelijk wanneer alle verpleegkundigen gemotiveerd zijn om hun werk kritisch te bekijken en het implementeren van richtlijnen als vanzelfsprekend ervaren.


Welke evoluties zie je verder voor het NVKVV in de toekomst? 

De laatste maanden hebben we met gerichte enquêtes de feedback vanuit de werkgroepen, de regionale netwerken en de gemandateerden verhoogd. Hierop, en op onze externe communicatie, willen we het komende jaar verder inzetten. Dat vraagt een extra inspanning maar creëert ook meer gedragenheid en geeft onze leden – meer dan 8000! - een luidere stem. 
Het blijft een boeiende uitdaging voor het NVKVV om verpleegkundigen te verbinden. Een dynamische groep van actieve leden maakt dat samen met de medewerkers van het NVKVV mogelijk.  Ik dank hen namens de leden van de raad van bestuur van harte voor hun inzet! 


En welke boodschap geef je verpleegkundigen graag mee bij de dag van de verpleegkunde? 

Voel je verbonden. Waar we ook werken, welk diploma of specialisatie we hebben, we zijn allemaal verpleegkundigen die enthousiast en geëngageerd elke dag opnieuw met goede zorg voor onze patiënten klaarstaan. En zorg is het hoogst als je samenwerkt!